Er is een boom. Die boom is heel goed in boom zijn. Hij vindt het heerlijk om boom te zijn. Op een dag komt er een man aan gelopen. Hij heeft een kettingzaag bij. De boom schrikt. Zijn leven is voorbij. Na vandaag zal hij nooit meer boom zijn.
De man zaagt de boom met veel zorg om en neemt hem mee naar zijn werkplaats. Daar begint hij de boom te ontdoen van zijn bast.
Geeft de boom de prachtige toevoegingen om een boek te worden. Langzaam transformeert het hout in papier, het papier in een boek.
De spirit van de boom blijft bij het boek. En de spirit heeft ontzettende moeite met het boek zijn. Hij doet er lang over om te wennen aan het boek zijn. Hij voelt wel dat hij een bijzonder boek is geworden, maar ja, hij is geen boom meer.
Nu 450 jaar later ligt dat prachtige boek in een museum. De ziel van de boom is nog steeds bij het boek. Hij is trots. Dit is dus wat de man bedoelde met "door deze wedergeboorte wordt je onsterfelijk".